SiSi het boegbeeld van de Stichting

SiSi het boegbeeld van de Stichting

28 juli 2021 by P-P van den Berg 0 comments

image050.jpg

SiSi het boegbeeld van de Stichting

Ik ben SiSi, een beige/grijze ezelin en het beste vriendinnetje van NoNo. Ik wil graag even vertellen hoe mijn leven is veranderd sinds ik hier in Baarle-Nassau bij P-P (Peter-Paul) en Jacqueline van den Berg ben gaan wonen. NoNo vertelde me dat hij pasgeleden zijn verhaal maar zelf heeft verteld, omdat het vrouwtje zo veel tijd steekt in onze verzorging, dat zij er niet toekomt. Dus zei hij mij dat ook maar zelf te doen. Daar gaat ‘ie dan….

Ik woonde bij een handelaar ergens hier in Noord-Brabant en ik stond in een stalletje van 1,5 bij 1,5 meter met mijn veulen van een paar weken oud, in een hokje naast mij. Omdat de bevalling niet zo goed was gegaan, wilde ik niets van dit springerige veulen weten, maar dat maakte mij helemaal niets meer uit. Het hoeveelste veulen was dit al niet…! Daarbij komt dat de hengst zeven dagen na die laatste bevalling alweer bij mij was geweest en ik over een klein jaar weer een nieuw veulen zou gaan krijgen. Ik werd, zoals je merkt, gebruikt om te fokken. Nou, geloof maar dat ik dat niet fijn vond! Ieder jaar een veulen werpen gaat je niet in de koude vacht zitten hoor. Ik had er wel zo’n beetje genoeg van. De handelaar van wie ik was merkte dat wel en besloot dat ik dan maar weg moest en heeft een advertentie in de krant gezet. Ik wist dat op dat moment natuurlijk allemaal niet, maar mijn nieuwe baasjes hebben me achteraf verteld hoe ze aan mij zijn gekomen. Enfin, op een goede dag ergens in november 2001, komt dus de baas met twee onbekende mensen in mijn stal. Hoor ik toch die vreemde man zeggen dat hij mij graag even buiten zou willen bekijken…..! Ja, JOEPIE, naar buiten! Dat was ik al in jaren niet geweest! Nou, dat vond die handelaar helemaal niet leuk, want hij moest alle hokken uit elkaar halen om mij naar buiten te krijgen en prompt ontsnapte dat veulen van mij ook nog. Ik zag dat wel (en die onbekenden ook wel, geloof ik) maar wij hebben lekker niks gezegd. Kon dat kleine ding ook lekker even buiten spelen! Met veel moeite hebben ze mij dus daar naar buiten gekregen en jeetje, wat doet dat licht pijn in je ogen als je dat al zo lang niet meer hebt gezien.

 SiSi 1

Zo troffen ze mij aan, nadat ze mij uit de stal hadden bevrijd ...

 

Bij die vreemde mevrouw deed het denk ik ook pijn, want er kwam bij haar net zoveel water uit haar ogen als bij mij. Misschien was zij ook al lang niet meer buiten geweest? Ik hoorde die vreemde man tegen de handelaar zeggen dat ik er wel erg onderkomen uit zag. Ja wat wil je, als je altijd in zo’n smerige stal staat, daar kan ik niks aan doen hoor! De vliegen die allemaal in mijn vacht zaten zoemden om me heen en prikten in mijn ogen. De mevrouw kwam naar me toe en natuurlijk gooide ik meteen mijn hoofd de andere kant uit want ik weet hoe mensen zijn! Tot mijn verbazing kreeg ik geen tik, maar joeg ze de vliegen bij mijn hoofd weg! Dat was weer eens een heel andere ervaring, maar ik vertrouwde het voor geen cent. Ik hield dus mijn hoofd helemaal naar beneden en mijn denkbeeldige regenwolkje nam er boven plaats…. want er zal toch nog wel iets vervelends gebeuren….. Nou, ik heb me zeker een kwartier lang niet verroerd want ik wilde zeker niet iets verkeerds doen. Ik hoorde ze praten over mij en stiekem hoopte ik toch wel dat ik met deze mensen mee mocht. De handelaar vertelde dat ik over een maand of zes weer een veulen zou krijgen en dat ik een jaar of tien oud was. Daar had ik wel een geheimpje over kunnen verklappen, maar dan mocht ik misschien niet mee dus ik hield wijselijk mijn lippen op elkaar. En ja hoor, daar kwam een trailer aan… en ik mocht erin stappen. Dat deed ik zonder problemen, want ik wilde niet dat iemand zich zou bedenken!

Het was maar een kort ritje en toen we het erf op reden hoorde ik luid balken! Daar stond een mooie bruine kerel naar mij te balken! Hij sprong door de wei en het zag er naar uit dat hij heel erg blij was dat ik er was. Even waren mijn nieuwe baasjes bezorgd of ze me wel meteen bij hem konden zetten, want ik moest eigenlijk eerst onderzocht worden door de dierenarts. Maar NoNo en ik waren meteen zó verliefd op elkaar! “Laat mij alsjeblieft in die wei”, dacht ik en de baasjes kunnen waarschijnlijk ezelgedachten lezen, want ze deden het hek voor mij open en lieten mij erin! En daar stond ik dan ineens, buiten in een heerlijke wei met een leuk vriendje. Ik heb meteen vriendschap gesloten met NoNo want ik had geen enkele reden om me uit de hoogte op te stellen. Mijn vacht stonk naar mest en mijn hoeven waren helemaal verkeerd gekapt zag ik, nu ik ze vergeleek met NoNo’s hoeven. Hij zag er best wel mooi uit, zat goed in z’n vachtje en dan moest je mij zien…! Ik schaamde me een beetje, hing mijn hoofd maar weer naar beneden en mijn persoonlijke regenwolkje kwam weer boven mijn hoofd hangen. Maar NoNo scheen mij prachtig te vinden! Hij danste om me heen en nodigde me luidbalkend uit een rondje met hem door de wei te rennen. Tja, dat gaat niet zo goed als je nooit buiten hebt kunnen spelen en je hoeven niet goed gekapt zijn, dus het werd een stijf en stram huppeltje. Desalniettemin hadden we meteen een hoop plezier.

 SiSi 2

De eerste kennismaking tussen NoNo en mij was wel spannend! 

Maar het was maar van korte duur want na een paar uurtjes werden we uit de wei gehaald en naar een stal gebracht. “Zie je nou wel”, dacht ik, het is hier niet anders dan bij het vorige adres. Je wordt gewoon weer in een smerige stal gezet en alleen achter gelaten dus ik trok mijn handrem er op. Maar het vrouwtje begon mijn halster af te pulken. Waarom zou ze dat nou toch doen? Ik heb dat ding al jaren op mijn neus. Het staat er praktisch ingegroeid. Maar het vrouwtje mompelde dat dat vieze ding er nu maar eens af moest en dat we dat niet meer nodig hadden! Krijg nou wat…! Er kwam een poetsmand tevoorschijn en het vrouwtje begon mijn vacht te borstelen en mijn hoeven te krabben. Nou moet je ophouden, dat was al in geen jaren meer gedaan! Ik heb haar ook laten merken dat ik dat heel eng vind als ze met borstels en bezems in mijn buurt jongleert. Daar word je toch altijd mee geslagen? Maar het vrouwtje heeft een engelengeduld met mij gehad en langzaam maar zeker ben ik gaan begrijpen dat zij mij er niet pijn mee doet. Het heeft een lange tijd geduurd voordat ik een beetje vertrouwen in tweebeners kreeg. En nog steeds vertrouw ik vreemden niet helemaal. Ik zal me nooit op de voorgrond drukken maar blijf altijd twee stappen achter de rest van de kudde staan. NoNo werd na zijn poetsbeurt naar het stalletje gebracht en hij liep er zonder protest in. Nou, dat ging ik dus écht niet doen hoor! Je wordt er in gezet en niet meer uitgehaald! Let op mijn balken…! Maar tot mijn verbazing deden ze de staldeur helemaal niet dicht en NoNo kwam even later weer naar buiten! “O jee, die gaat nu een pak slaag krijgen”, dacht ik en trok gauw mijn regenwolkje weer boven mijn hoofd. Maar er gebeurde helemaal niets en ik besloot er na enige aarzeling ook maar eens in te gaan kijken. WAUW…. Dat rook naar vers stro en een emmer vers water stond er ook. En de deur was open dus ik kon er in- en uitlopen! Dat had ik nog nooit meegemaakt! De nieuwe baasjes scharrelden wat op het erf en NoNo liep met ze mee. Ik besloot het dan maar te wagen om ze te volgen en me een beetje te oriënteren op deze nieuwe plek. Zoveel nieuwe indrukken maakt erg moe en ik durfde uiteindelijk toch terug te gaan naar het stalletje om een welverdiend slaapje te gaan doen. Na verloop van tijd kwam NoNo bij me staan en voordat het donker werd deden de baasjes de staldeur dicht en hebben we heerlijk geslapen! En volgens mij kunnen de baasjes ons in het huis nog steeds zien, want er hangt in de hoek van de stal zo’n ding waarmee ze ons kunnen bekijken. En als er iets aan de hand is staan ze altijd binnen no-time voor ons neus.

De volgende ochtend ging de staldeur weer open en kwamen de baasjes ons een lekker worteltje brengen en mochten we weer naar buiten. Ja, dat had je gedacht…. ik bleef dus netjes binnen in het stalletje staan, want ik geloofde niet dat ik zomaar naar buiten mocht. En ik wilde niets verkeerd doen en uit je stal lopen kan een pak slaag betekenen. Maar blijkbaar was hier alles anders, want er werd van ons verwácht dat we een beetje op het erf zouden rondlopen om vervolgens naar de wei gebracht te worden. Wat een ongekende luxe!

Die volgende dag kwam de dierenarts. Niet zo leuk, want ik kreeg een paar injecties en een APK-keuring, maar het vrouwtje zei dat het goed voor me was dus heb ik het maar toegelaten. Ook de hoefsmid kwam en die hoorde ik zeggen dat mijn hoeven totaal verpest zijn en hij me niet terug kan kappen naar de goeie stand voor een ezel. Ik zou daardoor te veel pijn in mijn spieren en pezen krijgen omdat het allemaal al vergroeid was. Ik zou dus altijd als een bokje moeten blijven staan. De dierenarts zei ook dat ik goed moest eten omdat ik een veulen zou krijgen. Maar ik wist een geheimpje wat niemand wist, waar mijn baasjes pas na maanden achterkwamen. Ik was namelijk helemaal niet drachtig! Ik was alleen maar ….. SCHIJNDRACHTIG. Jahaaa…, ik heb gewoon maar gedaan dat ik drachtig was. Het leverde me lange tijd in ieder geval goed voer op. Lekkere brokjes en zo, die NoNo mooi niet kreeg! Maar denk niet dat het alleen maar leuk is hoor, om schijndrachtig te zijn. Je voelt je er knap belabberd door. Al mijn hormonen gierden door mijn lijf en tegen de tijd dat ik eigenlijk had moeten veulenen begonnen mijn uiers op te zwellen en begon de melk te lopen! Toen de dierenarts kwam heeft ze me “opgevoeld”. Nou, daar was ik niet zo blij mee. Da’s geen pretje! Maar de baasjes wilden zekerheid hebben dat er werkelijk geen veulen in zat. Stel je voor dat er iets anders aan de hand zou zijn, dan moesten ze op tijd kunnen ingrijpen. Maar de dierenarts bevestigde de schijndracht en het vrouwtje én de baas konden er smakelijk om lachen. Ik geloof dat ik ze heb goed voor de gek heb gehouden!

Maar toen kwam de grootste verrassing! De tandarts kwam ook nog op bezoek. Wat een gepulk aan je bekkie zeg, daar was ik ook niet zo van gecharmeerd. De tandarts vertelde mijn baasjes dat ik helemaal geen tien jaar oud ben maar zéker DERTIG! Tja, dat ik geen jonge blom meer was hadden ze wel gezien, maar 30…! Niet drachtig en 30 jaar oud … nu zal ik mijn langste tijd wel hier hebben gehad, want wie wil er nou zo’n ouwe aftandse ezelin…? Maar de baasjes zeiden dat ze het helemaal niet erg vonden en mij absoluut niet kwijt wilden en dat ze blij voor me waren dat ik op deze respectabele leeftijd niet drachtig was. Het vrouwtje noemt mij nu vaak “ouwe muts”. Dat bedoelt ze helemaal niet kwaad hoor want ik weet toevallig wel dat ik haar lievelingsezel ben. Knuffelen met het vrouwtje is nu mijn liefste bezigheid én borstelen. Borstelen wil ik het liefst de hele dag. Ik ga steeds voor het vrouwtje d’r neus staan of stoot haar van achteren aan om haar duidelijk te maken dat ik dat NU wil. Ze luistert niet altijd naar me omdat ze dan de stallen aan het schoonmaken is of de wei aan het ontmesten of de schaapjes aan het voeren is. Maar meestal pakt ze daarna even een borstel voor een kleine poetsbeurt en voor natuurlijk een héleboel knuffels en zoentjes op mijn neus. Dat vind ik zó fijn dat mijn onderlip dan bijna op de grond zakt en ik nog nét niet kwijl…

image029

Ik ben dan misschien niet meer zo vlot, maar ik huppel ook nog graag mee in de wei met de andere ezels. Alleen ren ik niet meer het hele rondje als we spelen, maar doe maar alsof en draai halverwege alvast om. Ik denk niet dat het iemand opvalt dat ik vals speel. Ik moet ook zeggen dat die buik van me een beetje in de weg zit. Die heeft ook zo’n raar vormpje gekregen door al die veulens die erin gewoond hebben. Het zijn er écht een heleboel geweest. Het vrouwtje en ik rekenen het wel eens uit en dan komen we tussen de twintig en vijfentwintig!

Ik denk dat ik wel erg verwend word hier. Als de baasjes op het erf zitten aan tafel met wat te drinken en knabbeltjes dan ben ik de enige ezel die dan op het erf mag lopen omdat ik zo braaf ben. Ik pak niet zelf iets van tafel (wat je van NoNo niet kan zeggen, die rent de tafel gewoon omver voor een borrelnootje!) en ik bedel ook niet. Ik ga gewoon héél onopvallend achter de baas staan en dan moet hij zelf maar bedenken wat ik daarmee bedoel….. Af en toe begrijpt hij dan wat ik wil en dan krijg ik wel iets toegestopt. En als hij het niet begrijpt trek ik gewoon een keer aan zijn haar. Hij heeft achter aan zijn hoofd net zo’n staart hangen als ik heb om de vliegen weg te jagen bij zijn ogen, denk ik. Omdat mijn ogen nogal eens ontstoken waren (van al dat licht denk ik) kwam Diablo, de Rottweiler regelmatig mijn ogen schoonmaken. Dat doet hij met die lange lap van een tong en ik moet eerlijk zeggen dat ik dat heel fijn vind. En stel je voor, van ontstekingen heb ik nooit geen last meer!

Wandelen vind ik ook geweldig. Als NoNo met de baasjes naar het bos loopt met de kar, mag ik altijd mee. Ik hoef niet aan een halster hoor, gewoon gezellig los. Ik loop toch niet weg. Ik ben me een haartje betoeterd. Ik heb het hier veel te goed! Een schone stal een heerlijke wei en speelkameraadjes. Oké, ik zie er dan niet uit als moeders mooiste maar mijn baasjes vinden dat helemaal niet erg en zijn heel blij met mij. Ik hoef hier gelukkig geen veulens meer te krijgen en mag van een rustige oude dag genieten. Wat wil je nog meer als je zo’n ellendig leven met geen buitenlucht en mishandelingen achter de rug hebt. Ik voel me nu een tevreden ezel en wil hier zeker niet meer weg! Er zijn hier nog meer ezels bij gekomen en ook dat vind ik wel leuk. Ik hou me een beetje afzijdig van dat jonge grut want het gaat me af en toe wat te wild toe. Maar genoeg nu over mij. Ik vind het toch al heel wat dat ik zoveel heb kunnen vertellen over mezelf terwijl ik toch zo’n bescheiden ezeltje ben. Ik zal ook tegen Onyx en Erin zeggen dat ik mijn verhaal heb verteld en dat zij dat ook moeten doen. Lijkt me leuk als jullie van ons alle vier “het verhaal achter de ezel” weten.

 

Bedankt voor het luisteren en een bescheiden iii…aaa… en een knuffel van

 

SiSi

 

Noot van Jacqueline: SiSi is een heerlijke, rustige ezelin. Ze is werkelijk bescheiden, maar ook gauw beledigd. Als ik wel eens op haar mopper of haar in een slaapje stoor omdat ik net dat moment had uitgekozen om de stal schoon te maken, draait ze haar billen naar me toe en wil me een tijdlang niet meer aankijken. Ik ben door SiSi nóg meer (als dat al kan!) van ezels gaan houden. Ze heeft dan ook niet helemaal ongelijk als ze zegt dat ze mijn lievelingsezel is en ik trek haar zeker een beetje voor…. Maar ze is dan ook mijn grootste en beste vriendin!

SiSi 5

Zoals je ziet zijn NoNo en ik toch nog de beste maatjes geworden!

SiSi 4

En dit ben ik met Kerst! Lachen toch ;-)

SiSi, Gust, Erin, Doka

De deugd in het midden ;-)

Blog SiSi 114-03-2007 (11)SiSi 1965-2011

Tags:

Comments

Leave a comment!

Uw e-mail adres wordt niet gepubliceerd

P-P van den Berg

Verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering, professionalisering, fondsenwerving en de toekomst van de Stichting

Close